Tekenen is kijken en nog eens kijken

‘’Laat de deur maar open.’’ zegt Rob als ik hem wil sluiten. Zes dames zitten rond één grote tafel. Elke zitplek is door Rob vooraf al voorzien van een beschermende kartonnen onderlegger.

Als mijn aanwezigheid is gekaderd voor de groep, is één van de deelnemers opgelucht en schertsend blij dat ik er vorige keer niet was.

‘’Het zelfportret was confronterend.’’ verklaart Rob haar nader.

‘’Nee, niet doen!’’ roept Rob midden in een verhaal en zijn buurvrouw schrikt ervan. Net zoals toen de vrouw, een deelneemster in een andere workshop, tegen wie hij het zei. Hij bedoelt breng geen wijzigingen aan. Laat het zoals het ontstaan is. En wacht ook af en kijk na weken opnieuw wat je ziet in je eigen creatie. Er kunnen zich nieuwe dingen onthullen namelijk.


Dan deelt Rob objecten uit. Het zijn gereedschappen en huishoudelijke spullen.

We krijgen potloden en een opdracht: ‘’Ga de vorm abstraheren en maak het poëtisch’’

Ik heb plots een onweerstaanbare drang om een schrob borstel te gaan tekenen. Ik kan en wil niet tekenen en ik vind het niet eens leuk, bestaat plots niet meer.

Het wordt stil. Heel erg stil. Ik hoor potloden over papier schuifelen en de kerkklok luidt

 “Abstraheren en poëtisch maken! ‘’

Vreemde nooit eerder gestelde vragen komen in mij op zoals: ‘’Hoe kan ik deze borstel tekenen, als er geen enkele positie is waarin ik de borstel helemaal zie?’’

Dus ik beslis enkel te tekenen wat ik zie. Wat ik weet dat er is maar niet zie in de positie die ik de borstel gaf - op zijn zijkant met de haren richting mij - duwt voortdurend tegen mijn denkplaat maar ik laat het duwen en blijf trouw aan mijn keuze.


Maar ik kan onmogelijk vergeten dat het een schrob borstel is en nog minder kan ik vergeten hoe vaak mijn voormoederen - drie generaties dienstmeisjes en ik de vierde - dit object wel moeten hebben vast gehad. Hoe zouden hun knieën en hun handen gevoeld hebben als ze dit object hanteerden. En hoe voelde hun hart als ze schrobden, voor gasten van het hotel, voor de rijke familie en voor hun eigen familieleden.


De lijn, dat wat eigenlijk de houten borstelrand voorstelt waarrond je handen zich horen te klemmen maar die ik dus maar half zie wegens mijn oorspronkelijke keuze, wordt steeds dikker en dikker in het potlood gezet. Zwarter en harder. Het menselijk of dierlijke haartje dat nog in de borstelharen verstrikt zit, wordt een luchtballonnetje dat reikt naar de hemel en de bevrijding van de grond-beginselen van schrob manie of schrob dienstbaarheid.

Ondertussen zijn de anderen gezellig aan het babbelen en vertelt iemand over wat ze toch zo leuk vond in één van de vorige lessen. Ze brengt haar wijsvinger naar haar voorhoofd ter verklaring.

Als ik aan Rob vraag - wijsvinger naar mijn hoofd brengende – wat dat betekent, kijkt hij alleen maar plagend mysterieus. Nu speel ik het spel mee, want sommige andere deelnemers schijnen dit code gebaar ook niet te kennen. Ze denken nu dat ik het weet maar ik weet het ook niet. Dus Rob, legt de huidige opdracht stil en gaat ons dit leuks laten ervaren dat voorlopig alleen maar gekend is onder een code gebaar. Er staat iets bijzonders te gebeuren. Iedereen is opgewonden. Zowel diegene die het al weten en al weten dat ze het leuk vonden als diegene die het nog niet weten en dus maar één ding weten namelijk dat het leuk gaat zijn.


We krijgen een nieuw stuk papier en een nieuwe opdracht: teken jezelf terwijl je jezelf voelt.

Hij bedoelt letterlijk voelen met je vinger over je gelaat. Zacht en liefdevol. En doe dit met gesloten ogen. Als iedereen klaar is, tonen we onszelf en kijken we naar elkaars zelfportret. Met het door Rob aanbevolen likje rode verf op de lippen, worden de zotste lijnen een menselijk gelaat waarin waardigheid het wint van ridikuliteit.

‘’Welke heb je dan bij gehouden? “ vraag ik aan de deelneemster die zei dat ze maar drie tekeningen heeft bijgehouden van de voorbije tien lessen reeks.

‘’Diegene waarin ik iets zag dat meer was.’’ zegt ze.

‘’Waarin je jezelf overtrof?’’ vraag ik.

‘’Ja.’’ zegt ze.

‘’Het leven geeft je nooit verrassingen – vette knipoog – maar hier wel.’’ zegt een andere deelneemster.

De groep bevestigt dat je nooit weet waar je aan toe bent met Rob. Hij kan vooraf zeggen dat ze iets gaan doen, je stelt je er op in, en als het zover is, beslist hij toch iets anders te doen. Hij verzint voortdurend nieuwe dingen.

"Ja.’’ zegt Rob. ‘’Ik beslis inderdaad autonoom welke opdracht ik ga geven en dat maakt het ook voor mij weer verrassend en vervullend."


Laat de deur maar open, abstraheer de vorm en maak het poëtisch, teken je zelf terwijl je jezelf voelt, wacht af, corrigeer niet er kan zich iets nieuw onthullen in je eigen creatie. Met enige dichterlijke vrijheid hoor ik hierin ware levenslessen die een mens in zijn binnenzak blijvend kan koesteren en ter beschikking houden als dat kleinood tegen tranen dat je daar gewoonlijk verstopt.

Bekijk de video van deze cursus

Ware Woorden - Ruth Hendrickx

Fotografie: Guido Bogert